De meetlatmaatschappij

Share on LinkedInShare on FacebookTweet about this on TwitterEmail this to someone
03_meetlatmaatschappij

Nog voor je baby geboren is maakt hij of zij al deel uit van een fonkelnieuwe wereld die je tot dan toe nog niet zoveel zei: de meetlatmaatschappij. Een bijzondere wereld waarin je nog ongeboren vrucht vanaf het moment van conceptie tot pak ‘m beet z’n 18e levensjaar voortdurend en aan alle kanten langs een figuurlijke of letterlijke meetlat wordt gelegd. Om te zien of je spruit wel voldoet aan ‘de norm’. Of hij wel binnen de lijntjes van de curve past, liefst op de veilige middenlijn. En zo niet, dan zwaait er een vingertje (en soms wel meer trouwens) vanuit het consultatiebureau of een andere officiële instantie. Of je krijgt rakelings om je oren: allerlei goedbedoelde adviezen van bekenden en onbekenden, zomaar op straat, in de winkel of bij jou thuis over hoe het allemaal hoort te zijn. Wanneer je baby moet lachen, zitten, kruipen, poepen, huilen of brabbelen. Maar ook of-ie te dik, te dun, te lang of te kort is. Of dat-ie afstaande oren (a.k.a. flaporen) of een plat achterhoofdje heeft en of je daar al wat aan gedaan hebt. En dat moet je je allemaal laten welgevallen. Of niet?

Laatst liep ik in een leuke Amsterdamse kinderkledingzaak waar ze mijn favo Scandinavische merkjes verkopen en overhoorde daar een gesprek van een oma die op pad was met haar tien maanden oude kleindochter. Het gesprek met de verkoopster ging over dat de kleindochter niets anders meer wilde dan lopen, want dat had ze net geleerd en vandaar dat het meisje antislib sokken nodig had. Helemaal niet gek natuurlijk, sommige kinderen zijn daar op die leeftijd al aan toe, de zogenaamde turbo baby’s. Maar toen de verkoopster opmerkte dat ze er dan wel vroeg bij was antwoordde de oma met: “Oh? Maar ik dacht eigenlijk dat ze wat aan de late kant was.” Het waren niet de woorden zelf, maar de manier waarop ze uitgesproken werden. De toon ervan die verraadde dat het kindje nu al aan bepaalde normen moest voldoen en dat hoe eerder en sneller, hoe beter was.

Als dingen als kruipen en lopen vanzelf gaan heb je het waarschijnlijk niet zo in de gaten. Maar als door wat voor reden dan ook de groei en/of ontwikkeling van jouw kindje nu eenmaal niet volgens het boekje of de bekende ‘middenlijn’ verloopt (Mini Mi tijgerde bijvoorbeeld pas met twaalf maanden, na veel fysio), dan krijg je het knap benauwd van al die opmerkingen en richtlijnen. ‘Help! Komt het dan ooit nog wel goed met mijn kindje?’ Zeker eerste-keer-moeders en -vaders lopen het risico door dit soort ongewenste en onaangename gedachten geplaagd te worden.

Voor degenen die, net als ik toen, ook de heilige babybijbel ‘Oei, ik groei!’ op hun nachtkastje hebben liggen gedurende de zwangerschap: leg hem maar snel weer weg of verkoop het via Marktplaats. Vervang het door een fijne roman of Marie Kondo’s opruimboek (die ga je harder nodig hebben als je kind straks je huis heeft doen ontploffen). ‘Oei, ik Groei!’ (en veel andere babyontwikkelingsbijbels) gaat je alleen maar onzekerder maken over van alles en nog wat. Niet ieder kindje ontwikkelt zich precies zoals voorgeschreven in dit, voor velen, heilige boekwerk en dat is ook helemaal niet erg. Als je kindje voorloopt op zaken is het echt niet zo dat je met een hoogbegaafde baby te maken hebt. Andersom is het ook niet waar dat als je kind wat trager is, het nooit mee zal komen met zijn leeftijdsgenoten. Onthoud dat deze boeken zijn gestoeld op gemiddelden en het ideale plaatje schetsen. Laat je er in ieder geval niet bang door maken en vertrouw ook op je eigen intuïtie, je eigen moeder- of vadergevoel. Kijk naar je kind met je eigen ogen en jouw gevoel zal je meer vertellen dan welke meetlat of welk groeiboekje dan ook. Zeker als je kindje door omstandigheden niet aan de groeicurves of ontwikkelingsmijlpalen voldoet. Vertrouw je het niet? Trek dan aan de bel bij de huisarts, het consultatiebureau of een kinderarts. Jij kent je kroost beter dan wie dan ook, daar kan geen buurvrouw, vriendin, online babyforum of ‘Oei, ik groei!’ tegenop.

P.S. Het heeft bij mij ook even geduurd voordat opvoedbijbel ‘Oei, ik groei!’ en ik definitief afscheid van elkaar namen, maar wat voelde ik me opgelucht toen ik er niet meer in kon neuzen. Als ik het over kon doen had ik ‘m nooit aangeschaft en in plaats daarvan nog een kek Scandinavisch rompertje gekocht 😉